FAQ Gedwongen Opname

JustWatch

 
 

Deze procedure is geregeld door de Wet van 26 06 1990 (link hier) en voorziet (onder meer) de mogelijkheid van een gedwongen opname in een gesloten psychiatrische instelling, wat dus gelijkstaat met “vrijheidsberoving”. Uiteraard zijn daarvoor strenge voorwaarden voorzien, met alle daarbij horende procedure - stappen, waarbij niet gestruikeld mag worden.

Overweeg dus om u zowel medisch als juridisch professioneel te laten bijstaan in deze belangrijke stap voor u en uw gezin.


ALGEMENE INFO


‘Gewone’ procedure: wordt bevolen door de vrederechter “bij gebreke van enige andere geschikte behandeling ten aanzien aanzien van een geesteszieke indien zijn toestand zulks vereist, hetzij omdat hij zijn gezondheid en zijn veiligheid ernstig in gevaar brengt, hetzij omdat hij een ernstige bedreiging vormt voor andermans leven of integriteit’ (art. 2 van de wet). Samengevat 3 voorwaarden: (1) geestesziekte (2) ernstig fysiek gevaar/bedreiging (3) geen alternatief.


‘Dringende’ procedure: wordt bevolen door de procureur des Konings in “spoedeisende gevallen” en binnen de 10 dagen eventueel bevestigd door de vrederechter. (art. 9 van de wet). Samengevat: enkel wanneer bovenop voormelde 3 voorwaarden ook acuut ernstig gevaar dreigt.


Hoe ziet een vraag (“verzoekschrift”) tot opneming ter observatie in een gesloten instelling er uit, en wat zijn de kosten (“rolrecht”) die ik hiervoor op de griffie van het vredegerecht moet betalen  ?

Een voorbeeld van verzoekschrift vindt u hier . Er zijn geen kosten.


Welk medisch verslag (“omstandig medisch verslag”) dient bij een verzoek in een ‘gewone’ procedure (niet de spoedprocedure) gevoegd, en waarmee moet de dokter dan rekening houden ?

Een voorbeeld van medisch verslag , met daarin ook zéér belangrijke info voor de betrokken geneesheer (!), vindt u hier .


WEES HEEL AANDACHTIG: Indien de geneesheer in een medisch verslag niet alle door de vrederechter vooraf gewenste informatie (leesbaar) heeft vermeld, zal u als ‘verzoekende partij’ gevraagd worden die onmiddellijk te laten vervolledigen. Dit is uiteraard zéér dringend, en de verantwoordelijkheid van wie het verzoek indient: de vrederechter dient immers binnen de 24 uur te beslissen op basis wat voorgelegd wordt.  De vrederechter neemt zijn verantwoordelijkheid, maar u ook : enkel om u behulpzaam te zijn, en in de mate van het mogelijke, zal de griffier (in bepaalde kantons) ook van zijn kant de geneesheer pogen te contacteren om (eventueel per fax) de vaak (essentiële) ontbrekende gegevens te laten aanvullen.

Dit gebeurt dan (in bepaalde kantons) volgens dit formulier (klik hier) .


Het ontbreken van de juridisch cruciale gegevens daarin opgenomen, kan binnen de wettelijke beoordelingstermijn van 24 uur (!)  leiden tot de “ontoelaatbaarheid” van de vordering: dit houdt in dat de procedure niet echt opgestart raakt, en de vrederechter niet ter plaatse kan gaan, zodat uw (professionele) verantwoordelijkheid in het gedrang kan komen.


Raadpleeg in dat verband de rechtspraak: u vindt een samenvatting daarvan in de bijlage aan het hierboven vermelde medisch verslag, en  uiteraard ook verder onder het FAQ item ‘rechtspraak’ (trefwoord 13 van de lijst van gepubliceerde vonnissen van ere-vrederechter Nolf).

Een advocaat is goed geplaatst om u ook op dit punt te adviseren voor deze kritieke stap.


BELANGRIJK VERSCHIL in medische documentatie bij spoedprocedure, dan wel ‘gewone’ procedure tot collocatie:


In een spoedprocedure baseert de procureur des Konings  zich op een “schriftelijk advies van een door hem aangewezen geneesheer”. In het kader van een ‘nood breekt wet’-redenering mag dit opgesteld worden door de behandelend geneesheer van de betrokken patiënt. Het beroepsgeheim geldt hier dus niét.


In de ‘gewone’ procedure moet de verzoekende partij een “omstandig geneeskundig verslag” voorleggen. Dat moet daarenboven gebaseerd zijn op “een onderzoek dat ten hoogste 15 dagen oud is”. In dat kader geldt niet alleen het uitdrukkelijk wettelijk verbod voor geneesheren met een familieband met de patiënt evenals dokters “op enigerlei wijze verbonden aan de psychiatrische dienst waar de zieke zich bevindt”.


Daarenboven wordt nu door rechtspraak en rechtsleer (en de Orde van Geneesheren  in haar advies van 07 02 2009) unaniem aanvaard dat ook het beroepsgeheim van toepassing is. Het verslag moet ook uitgaan van een “objectief, onafhankelijk arts” die de patiënt onderzoekt met diens “informed consent” (het motief van het onderzoek moet aan de patiënt geduid worden om die er vrijwillig te laten instemmen).  Dat betekent dat het verslag evenmin opgesteld mag worden door o.m. behandelende geneesheren (en associés) van de betrokken patiënt, de vertrouwensarts van de patiënt, de huisarts (en diens associés) van de patiënt of zijn gezin, de vertrouwensarts van de patiënt, zijn behandelende arts verbonden aan een centrum voor ambulante drugzorg....

Deze bijkomende rechtsbescherming ligt in de lijn van het EVRM maar ook de logica van de Belgische wet zelf:  niet-naleving van dat verbod dreigt ertoe te leiden dat de patiënt zijn eigen behandelend geneesheer, vertrouwensarts of huisarts in de procedure “als spookrijder” zou ontmoeten en ingevolge een vertrouwensbreuk op die dus geen beroep meer kunnen doen tijdens de procedure tot collocatie als medisch begeleider of vertrouwenspersoon (art. 7 §2, lid 4 van de wet).


Deze “SPOOKRIJDER-RECHTSPRAAK” werd destijds voor het eerst voorgestaan en gepubliceerd in mijn rechtspraktijk in het vredegerecht Roeselare en sindsdien unaniem door de rechtsleer bevestigd (Vred. Roeselare 10 maart 1999, RW 1999-2000, met bevestigende noot prof.H. Nys; Vred. Roeselare 29 november 2005, RW 2006-07, 486; Vred. Roeselare 17 december 2007, T. Vred. 2009, 96 met bevestigende noot prof. H. Nys: ‘De wettelijke en jurisprudentiële onverenigbaarheden bij het opstellen van een medisch verslag; bijdrage H. Nys in ‘De bescherming van de persoon van de geesteszieke’, Die Keure, 2010, 258, 165; K. Rotthier, ‘Gedwongen opname’, Die Keure, 2008, 228, 27; Ph. Boxo, Appications médico-légales de la loi du 26 juin 1990, Rev. Trim. Dr. Fam. 2003, 11; M.A. Masschelein e.a. in ‘Overzicht van rechtspraak Personenrecht 2001 – 2008, T.P.R. 2009, 974 e.v. nr. 249).

Mijn “spookrijder-rechtspraak’ wordt mooi geduid in het doctoraat van Frederic Blockx, ondertussen uitgegeven bij Intersentia onder de titel ‘Beroepsgeheim’ (link naar publicatie hier).

Dat betekent echter nog niet dat deze rechtspraak in de praktijk overal toegepast wordt... ;-/ Zij stoot ook op bijzonder veel weerstand in de medische sector die veel moeite blijft hebben met de uitdrukkelijke voorkeur van de wetgever voor de primauteit van de juridische beoordeling op het medisch advies (“juridisering versus medicalisering”).

Let wel: die “spookrijder-rechtspraak” is noch toepasselijk bij dringende collocatie, noch inzake bewindvoering: de rechtsleer (bv. Bertouille, Rotthier & Van den Eeden, ‘Voorlopig Bewind, Praktische handleiding, Kluwer 2008 407, 35 nr 56 noot 43) die dit afleidt uit mijn voorgeciteerde rechtspraak is gebaseerd op een onjuiste lectuur ervan:


  1. (1)Vooreerst komt in het kader van voorlopige bewindvoering, de vrijheid van de individuele burger niet in het gedrang. Uiteraard dient de rechtsbescherming tegen vrijheidsberoving strenger georganiseerd te worden dan die inzake louter materiële belangen.


(2) De wetgever vertaalde dit ook verbatim in de verschillende voorwaarden. Bijgevolg heeft de “medische verklaring” (inzake voorlopig bewind) ook tekstueel een heel andere draagwijdte dan het “omstandig medisch verslag” (inzake collocatie). Binnen het kader van de voorlopige bewind- voering (anders dan in de collocatie), treedt de geneesheer immers

(slechts) op als “rapporterend waarnemer”, eerder dan als “medisch beoordelaar”.


(3) Een derde belangrijk verschil is dat inzake collocatie, het verslag wél gebaseerd moet zijn op een effectief medisch onderzoek, wat niet het geval is voor de verklaring inzake voorlopige bewindvoering.

Het standpunt dat bij bewindvoering (!) “de verklaring gebaseerd moet zijn op een door de arts persoonlijk en daadwerkelijk uitgevoerd onderzoek van de patiënt” is op zich onjuist: noch de letter, noch de geest van de wet verdedigen deze stelling die in de praktijk overigens volstrekt niet toegepast wordt.

(citaat uit mijn boek ‘Kwetsbaren in het nieuwe recht. De nieuwe bewindvoering.

De juridische bescherming van alle kwetsbare meerderjarigen’,

UGA 2014, 235, p. 91). Voor de link naar het boek, klik hier.



Voor kritische opinies over de praktijk in de “dringende procedure”

(op te starten via het Parket): klik op de link voor:

2013 02 21 ‘De gestoorde procedure’ (Panorama)

2012 04 2012: een zeldzaam genuanceerd “pleidooi tot terughoudendheid”

van een psychiater inzake collocatie:

Klik hier om psychiater Joris Vandenberghe (U.Z. Gasthuisberg) te

herbeluisteren in Radio 1 bij ‘Joos’

2009 0131 ‘De psychiatrie na drama Dendermonde’ (Opinie J. Vandenberghe

pleit voor ‘warme psychiatrie’ in DM)

2008 03 18 “Steeds meer dwang in Vlaamse psychiatrie” (Knack)


Lees ook m’n  columns & blogs (met tal van nuttige links) over o.a. het drama

van De Gestoorde Procedure’ (reportage Panorama overlijden Jonathan Jacob):

2014 08 25 ‘Jonathan Jacob: wat (niet) onderzocht werd, van Dams tot Liégeois’ (Opiniereeks 3/5 op Knack.be)

2014 08 08 ‘Jonathan Jacob: van huisdokter naar psychiater in een mislukte collocatie’ (opiniereeks 2/5 op Knack.be)

2014 08 11 ‘Nog één maand: wordt 11 september een stap naar de waarheid voor wijlen Jonathan Jacob ?’ (opiniereeks 1/5 op Knack.be)

2014 06 06 ‘Justitie maalt fijn. Eerst Jonathan Jacob, nu zijn familie’ (Opinie in De Morgen)

2014 06 05 ‘Het proces Jonathan Jacob wordt het proces van de Belgische Staat (column op Knack.be)

2014 03 15 ‘Elementaire rechtsbescherming op zijn kop: Vlaamse psychiatrie vindt nieuwe voorhechtenis uit’ (column op Knack.be)

2013 09 18 ‘Oud-vrederechter Jan Nolf wijst voorstellen vader Tibeau af’

(interview HN)

2013 09 16 ‘Kindermoord en geesteszieken’ (Opinie op VRTDeRedactie)

2013 02 21 ‘De Gestoorde Procedure’ (link hier)

2013 02 21 ‘Conflicten oplossen door praten, niet met collocatie’ interview

(Het Nieuwsblad)

2013 02 22 ‘Politie, psychiatrie en justitie’ (link hier)

2013 02 26 ‘Befehl is kein Befehl’ (column in Knack, link hier)

2013 03 14 ‘Wie moet het finaal voor het zeggen hebben: de psychiater

of de rechter (column in Knack, link hier)


Voor statistische gegevens in verband met (ook) dit onderwerp, klik hier of bekijk de grafieken hier onder:














































Bron:

2012 Jaarverslag Zorginspectie Vlaanderen omtrent de toepassing van de wet op de bescherming van de persoon van de geesteszieke in Vlaanderen (link hier).

2011 Jaarverslag Zorginspectie Vlaanderen omtrent de toepassing van de wet op de bescherming van de persoon van de

geesteszieke.

2010 Jaarverslag Zorginspectie Vlaanderen omtrent de toepassing van de wet op de bescherming van de persoon van de geesteszieke.

2009 Jaarverslag Zorginspectie Vlaanderen omtrent de toepassing van de wet op de bescherming van de persoon van de geesteszieke.


Andere opinies & interviews over gedwongen opname:


2023 05 09 ‘Waarom de nachtelijke roeper van Ieper niet zomaar het zwijgen kan opgelegd worden: colloqueren

is niet zomaar iets’ (HLN Ieper)

 

Procedure opneming ter observatie (voorheen ‘collocatie’ genoemd)

“Recht spreken kan het verhaal worden waardoor de rechter mens wordt, en de mensen menselijker maakt. Daar wortelt zijn vrijheid, en zijn verantwoordelijkheid.” (*)

G. Rommel, vrederechter St. Gillis B.